Z3002 |
|
|||||
achternaam |
Hermanns |
Barends |
||||
voornamen |
Johannes Leonardus
|
Maria
|
||||
*
plaats |
Nieuwer-Amstel |
Aalsmeer |
||||
*
datum |
08-02-1861 |
25-09-1865 |
||||
X
plaats |
|
Aalsmeer |
|
|||
X
datum |
|
15-10-1885 |
|
|||
†
plaats |
Nieuwer-Amstel |
Nieuwer-Amstel |
||||
†
datum |
13-06-1944 |
21-12-1944 |
||||
geloof |
|
|
||||
beroep |
|
|
||||
ouders |
Egidius Hermanns
|
Bartholomeus
Barends |
||||
|
Cornelia
van Geilswijk
|
Aaltje
Hork |
||||
|
||||||
KINDEREN
|
geboren |
|
overleden |
|
||
Alida Cornelia (Ali) |
11-12-1886
|
Nieuwer-Amstel |
06-11-1962
|
Tilburg |
||
Cornelia Alida (Cor) |
07-08-1888
|
Nieuwer-Amstel |
29-07-1965 |
Amstelveen |
||
Wilhelmina
Johanna (Mina) |
03-09-1890 |
Nieuwer-Amstel |
13-08-1981 |
Amstelveen |
||
Egidius Barthlomeus (Jas) |
23-05-1893 |
Nieuwer-Amstel |
|
|
||
Bertha
Johanna (Bertha) |
13-04-1895 |
Nieuwer-Amstel |
|
|
||
Johanna
Maria (Jo) |
20-02-1897 |
Nieuwer-Amstel |
|
|
||
Maria
Elisabeth (Rie) |
02-05-1899 |
Nieuwer-Amstel |
|
|
||
Bartholomeus
Antonius (Ben) |
13-06-1901 |
Nieuwer-Amstel |
|
|
||
Jacoba Theresia (Co) |
18-11-1905
|
Nieuwer-Amstel |
|
|
||
Antonius
Hendricus
(Toon) |
06-03-1908 |
Nieuwer-Amstel |
|
|
||
Uit “Amstel Mare” maart 2016
Brand in de Hand
Wim Groeneweg
De buurtschap de Hand naar
Leiden haalde honderd jaar geleden tot twee keer toe de landelijke kranten met
nieuws over brand. Dit
buurtschap bestond uit een aantal woningen gelegen rond de kruising van de
huidige
Noorddammerlaan - Handweg - Sportlaan - Bovenkerkerweg.
De naam van de buurtschap was
ontleend aan een wegwijzer op de hoek van de Janselaan (nu Sportlaan) en
de Bovenkerkerweg.
Deze wijzer had de vorm van een onderarm met een hand wijzend in de richting
van de
Noorddammerlaan. Er stond met sierlijke letters Leiden op geschilderd.
In de avond van 12 januari 1916
werd café Juliana in de buurtschap getroffen door brand.
Dit café was gelegen in de
zuidwesthoek van de kruising.
De brandspuiten van de Hand en
Amstelveen waren spoedig ter plaatse.
Echter zij konden niet voorkomen
dat het woonhuis-café vrijwel volledig afbrandde; alleen de muren bleven staan.
De vlammen hadden zich te snel verspreid. De brandweerlieden konden de 76
jarige Bartholomeus Barends,
de schoonvader van de eigenaar, die op de eerste verdieping van de woning
sliep, gelukkig nog redden uit de
vlammen en verstikkende rookwolken. Er waren geen slachtoffers. De oorzaak van
de brand was onbekend.
Café Juliana was eigendom van Jan
Hermanns. Jan was rooms-katholiek en achtereenvolgens koopman, slager
en veehandelaar van beroep. De
kastelein van het café was H. Blauwhof.
Samen met zijn vrouw Maria
Barends had Jan Hermanns drie zonen en zes dochters.
In het weekend hielpen vijf
dochters zo nu en dan in het café. met als gevolg een grotere klandizie en meer
gezelligheid. In de volksmond
werd het café De vijf sneetjes genoemd.
Trouwe bezoekers van het café
waren Jan Verlaan, Co Pijnacker en Gerrit Loogman, die elk trouwden met een
van de dochters.
Op de locatie van het afgebrande
café Juliana stond in de 18de eeuw een bakkerij. Tegenover deze bakkerij
stond op de hoek van de huidige
Sportlaan en de Bovenkerkerweg, vóór het huidige
verzorgingscentrum
De Luwte, al zeker sinds 1672
een herberg, die vanaf 1733 vermeld staat als Het Leidsche Wapen.
Toen de bakkerij ophield te
bestaan werd deze aangekocht door de eigenaars van Het Leidsche Wapen en
ingericht tot koetshuis en
paardenstal voor deze herberg. Vermoedelijk in 1802 kwam deze herberg en de aan
de overzijde van de Bovenkerkerweg liggende koetshuis en paardenstal in het
bezit van Jan Augustus Meijer.
Herberg Het Leidsche Wapen werd
in 1805 omschreven als herberg aan de Hand naar Leiden, daar de Grauwe
Hengst uithangt. Waarschijnlijk
had Jan Augustus de herberg deze nieuwe naam gegeven.
Hij verkocht deze herberg op 16
mei 1805 aan de pastoor en kerkmeesters van de rooms-katholieke gemeente
te Bovenkerk en Legmeer, die de herberg ombouwden tot pastorie.
Ten zuiden, direct aansluitend
aan deze pastorie verrees een rooms-katholieke kerk, die op 4 augustus 1806
werd geconsacreerd. Jan Augustus
Meijer behield het stuk land waarop later café Juliana gevestigd was en
bouwde daar een nieuwe herberg
De Grauwe Hengst genaamd, waar hij de rest van zijn leven sleet.
Jan overleed op 30 april 1824.
De Grauwe Hengst werd op 30 oktober 1824 gekocht door de dijkgraaf en
heemraden van de Amstel en
Nieuwer-Amstel.
Op 19 augustus 1809 gaf Lodewijk
Napoleon, koning van Holland, toestemming aan de dijkgraaf en
heemraden van Nieuwer-Amstel tot
het heffen van tol en het plaatsen van twee slagbomen op de kruising van
de huidige Noorddammerlaan
- Handweg - Sportlaan - Bovenkerkerweg.
De opbrengst zou worden gebruikt
tot verbetering van de wegen.
Jan Augustus Meijer werd de eerste tolgaarder aan de Hand naar Leiden.
Hij zou dit blijven tot aan zijn
dood.
De Grauwe Hengst was dus naast
herberg, sinds 1809 ook tolhuis. De tolgaarder bediende zowel het tolhek aan
het begin van de Noorddammerlaan, als het tolhek aan het eind van de huidige
Handweg beide op de kruising
voor het tolhuis. Wie het
tolhuis bewoonde en of het nog een herberg was in de periode dat het
heemraadschap
het in haar bezit had is mij
onbekend.
Na opheffing van het
heemraadschap Amstel en Nieuwer-Amstel werden op 16 januari 1908 het tolhuis en
de
slagbomen eigendom van de
gemeente Nieuwer-Amstel, die nog tot en met 31 december 1909 tol mocht
heffen. De tol aan de Hand naar
Leiden heeft dus honderd jaar bestaan.
Op 30 december 1909 werd voor
notaris Simon de Geus te Amsterdam in het koffiehuis Het Dorstige Hert
te Amstelveen onder andere de
tolbomen en het tolhuis aan de Hand naar Leiden verkocht. Kopers van het
tolhuis waren Pieter Ravestein
makelaar en Peter Vermeer gemeente-veldwachter beiden uit Aalsmeer.
Koper van de tolhekken en
slagbomen was L.H. Boer. Op 27 januari 1910 wordt in de gemeenteraad gemeld
dat de tolbomen aan de Hand naar
Leiden zijn Opgeruimd.
Op 13 december 1910 verkopen
Pieter Ravestein en Peter Vermeer het voormalige tolhuis aan caféhouder en
landbouwer Jan Hermanns.
Het wordt in de koopakte omschreven als huis ingericht tot koffiehuis.
Volgens het bevolkingsregister
van Nieuwer-Amstel wordt het huis al sinds 1 augustus 1910 bewoond door
twee dochters van Jan, waarbij Cornelia
Alida Hermanns vermeld staat als caféhoudster.
De rest van de familie betrekt
het huis in augustus 1911. Waarschijnlijk zal de familie Hermanns, die het
tolhuis ombouwde tot café
Juliana, het pand hebben vernoemd naar Juliana der Nederlanden die op 30 april
1909 geboren werd.
Café Juliana heeft hooguit zes
jaar bestaan.
Na de verwoestende werking van
de brand in 1916 werd een nieuw pand op deze plek gebouwd.
Dit werd café Het Oude Tolhuis.
Ook dit café was geen lang leven beschoren, want het heeft tot 1919 bestaan.
Het bevolkingsregister van Nieuwer-Amstel
vermeldt dat sinds 30 september 1916 een caféhouder genaamd
Joannes Kreetz
staat ingeschreven op dit adres.
Circa 1919 vestigde de heer J.Th. Lustenhouwer een kruidenierswinkel in dit pand, dat
in de jaren zestig van
de twintigste eeuw moest wijken
voor de verbreding van het kruispunt. Ook nu nog is deze hoek onbebouwd.
De tweede brand in de buurtschap
de Hand naar Leiden in 1916 vond plaats in de avond van 7 april rond
negen uur tegenover het in
januari afgebrande café Juliana aan de Bovenkerkerweg.
Het ontstond in een perceel
waar een rijwielherstelplaats
van J. Kruijt was gevestigd. Vervolgens sloeg het
vuur over op de nabijgelegen
percelen. Ook hier konden de
spuiten van de Hand en Amstelveen niet voorkomen dat alle drie percelen geheel
afbrandden. Zij waren eigendom
van de heer A. Olijhoek. Sinds circa veertig jaar
waren de voormalige R.-K.
kerk met pastorie, gebouwd in
1805, ingericht tot woning van drie gezinnen. De brand was ontstaan in de
middelste woning die werd
bewoond door rijwielreparateur J. Kruijt. Zijn vrouw
had een pannetje met vet op de
kachel had gezet en was daarna
uit deze ruimte weggegaan. Vermoedelijk was het pannetje daarna omgevallen
en in contact gekomen met een
paar bussen carbid die in de nabijheid stonden. Zij ontdekte de brand na een
knal die in de gehele omgeving
was te horen.
De fundamenten van het
voormalige kerkje en de bijbehorende pastorie werden in de jaren zestig van de
twintigste
eeuw teruggevonden bij de reconstructie van het kruispunt Noorddammerlaan
- Handweg - Sportlaan - Bovenkerkerweg.
Van 1872 tot 1875 heeft pastoor
Jan Willem Brouwers, de stichter van de nog bestaande Sint-Urbanuskerk in
Bovenkerk, in de pastorie aan de
Hand naar Leiden gewoond.
In 1876 werd de kerk in de Hand
naar Leiden door de heer Neefjes gebruikt als graanpakhuis. Later werd deze
kerk verkocht aan metselaar en
aannemer A. Olijhoek, die hem weer gebruikte als
opslagplaats voor bouwmaterialen.
Gemeentesecretaris H.J. Scharp vermeldde in zijn Verslag van den Toestand der
Gemeente Nieuwer-Amstel
over het jaar 1916 in totaal
drie branden, waaronder de twee in de Hand naar Leiden.
Deze branden zullen destijds, nu
honderd jaar geleden, een grote impact op de bewoners van de buurtschap hebben
gehad.