40 3 1

 

 

achternaam

Burlage (Boerlage)

Möllman

voornamen

Johan Herman

Maria Adelheid

* plaats

Ankum

Ankum

* datum

gedoopt 08-06-1772

gedoopt 02-08-1767

X plaats

 

Ankum

 

X datum

 

15-01-1794

 

† plaats

 

Starten

† datum

 

10-12-1813

geloof

 

 

beroep

 

 

ouders

Johan Herman Burlage

Gerhard Heinrich Mölman

 

Anna Adelheid Stottman

Maria Gertrud Wöstman

 

KINDEREN

geboren

 

overleden

 

Maria Catharina

07-09-1795

Talge

23-12-1858

 

   X  ~ 1820  nn Werring

~ 1790

 

~ 1858

 

Catharina Margaretha

21-12-1797

 

 

 

Gerhard Nicolaus

05-08-1800

Ankum

15-08-1860

Aalsmeer

   X  26-04-1828 Martha Geleijn

05-12-1805

Aalsmeer

16-04-1880

Aalsmeer

Johann Dirk

18-12-1807

Starten

 

 

Gerhard Heinrich

20-11-1813

Starten

 

 

Zondag 24 februari. 1828 verscheen Gerhard Nicolaus samen met zijn vader, “Heuermann Herman Burlage vom
Meijerhofe zu Starten im Kirchspiele Ankum “, voor de schout van Ankum en Bersenbrück, waarbij de vader
toestemming gaf voor het huwelijk van Gerhard Nicolaus met “Jungfer Gelena zu Ostend von Alsmer


Johan Herman Burlage was op 26 april 1820 in Aalsmeer bij het huwelijk van zijn zoon Klaas Boerlage.

 

Heuerleute
Het verbod op de erfdeling uit 1618, dat instandhouding van de hoeves moest waarborgen, en de groei van de
bevolking sinds het einde van de Dertigjarige Oorlog leidden tot het ontstaan van de klasse van de 'Heuerleute'.
Dit was een in economisch opzicht zeer afhankelijke bevolkings
groep waarin de zogenaamde 'Hüsselten' te vinden
waren. Deze 'Hüsselten' waren niet-ervende kin
deren van boeren. Zij bezaten geen grond en konden ook helemaal
nergens introuwen. Daarom huurden ('heuerten') zij van een boer een klein stukje land en een huis.
Als tegenprestatie moesten zij be
halve het betalen van een pachtsom ook handdiensten op de boerderij van de
verpachter verrichten. Zo ontstond het systeem van 'Heuerleute'. Het aantal 'Heurerleute'-families in de regio
Osnabrück
maakte rond 1770 meer dan 53% van de plattelandsbevolking uit. Het systeem met zijn structurele
onzekerheden en risico's was, naast de bijzonder geringe exploitatiemogelijkheden van de boerderijen en de
onvruchtbaarheid van de bodem in het gebied, een zeer belangrijke oorzaak van de gang naar  Holland. Bovendien
zette de verslechtering van de levensomstandigheden van de plattelandsbevolking in  de 19e eeuw verder door.
De economische groei hield bij lange na geen gelijke tred met de sterke  bevolkingsgroei en het gedeelte boerenzonen
dat niet meer zijn plek kon vinden in de eerder geschetste economische sociale structuur groeide gestaag.
Hierdoor breidde de agrarische onderlaag zich verder uit en zo gingen de Hollandgangers een steeds groter deel van
de beroepsbevolking uitmaken.

(uit de ‘Hollandgangers’ Ton van den Berg)